Films
De Amerikaan Dave Chertok beschikt over een grootse collectie jazzfilms. In zijn verzameling, die nog steeds toeneemt, komt echter geen Ayler-item voor. Weliswaar verzorgde Ayler in een jamsessionachtige opname de muziek voor de film “New York Eye and Ear Control” (ESP DISK 1016 van 14.7.1964/ heruitgebracht in Japan in 1977), zelf is hij niet op film te zien.
De volgende gebeurtenissen geven chronologisch weer welke aanlopen met name verschillende t.v.-maatschappijen namen, maar hoe het zelden tot een zichtbaar resultaat kwam:
1. 1962/DENEMARKEN
Peter Smids meldt in zijn Gandalf-artikel (bron 1) dat Ayler in het najaar van 1962 in Stockholm in contact kwam met Cecil Taylor.
Samen reisden ze naar Kopenhagen, waar Taylor platen opnam zonder Ayler (o.a. Nefertiti voor Debut, nu op Freedom/Arista, 23.11.1962, opgenomen in Café Montmartre te Kopenhagen).
De Deense t.v. schijnt een film gemaakt te hebben over Taylor’s toernee, waarin AyIer incidenteel meespeelt.
Dave Chertok merkte tijdens het optreden van zijn Swing Film Circus in Groningen op, dat de Deense t.v. er enerzijds strikt op toeziet dat t.v.-banden bewaard worden, maar anderzijds dat deze banden niet in andere handen komen.
2. 1964/66/NEDERLAND
Volgens E. Determeyer heeft de AVRO of de VPRO een t.v.-opname van een half uur gemaakt in 1964. De film zou echter niet meer aanwezig zijn. Het jaartal 1964 lijkt onwaarschijnlijk. In dat jaar werden alleen concerten in jazzclubs gegeven (geen plaatsen waar de t.v. kwam) plus de VARA-studio (waar de AVRO niet kwam). Een t.v.-opname zou wel gemaakt kunnen zijn in 1966.
Onder de titel ‘Newport Jazz Festival in Europe 1966’ bracht George Wein i.s.m. Paul Acket drie avonden jazz in De Doelen te Rotterdam. De laatste (dinsdag)avond (8.11.1966) traden op: het Max Roach Quintet, tenorist Sonny Rollins en het Albert Ayler Quintet.
De andere avonden: Dave Brubeck, Stan Getz, Willy ‘The Lion’ Smith en Roy Eldridge. Of de AVRO (of VPRO) opnames gemaakt heeft, blijkt niet uit de persberichten en concertverslagen van dit concert.
3. 1966/ENGELAND
Music Maker (October 1966) kondigde het al sarcastisch aan: ‘The 30 year old tenor and soprano saxist from Cleveland, Ohio, will be in Britain in November - but only for a t.v. date.
Apparently Britain’s leading jazz promotors don’t believe he would draw enough avantgarde enthusiasts to make a concert worthwhile.
So he will just record for BBC 2’s “Jazz 625” series on November 15.’
De film werd wel gemaakt, maar de BBC was ‘horrified. They locked the tapes away like an Inquisition dealing with the works of witchcraft. Later, along with other “unuseable” and “unimportant” material, they were quietly destroyed’ (bron 13/pag. 93).
4. 1966/FRANKRIJK
Een week na het concert in De Doelen speelde Ayler’s formatie met invallerviolist, Michael Sampson, in de Salle Pleyel in Parijs met overweldigend succes. Volgens Ted Joans, die achter de bühne stond, was de Franse televisie aanwezig om opnames te maken. De t.v.-ploeg vroeg hem: ‘What kind of jazz is this stuff?’. Deze houding doet niet vermoeden, dat opnames en banden met respect behandeld zijn (bron 28).
Het lijkt me onwaarschijnlijk dat Ayler, die alleen al door 4/5e van de USA-jazzcritici met de nek werd aangekeken, in Amerika één kans heeft gekregen voor een van de commerciële t.v.-zenders op te treden.
Dit laatste bewijst hoe arm Amerika eigenlijk is, op sociaal-cultureel gebied.
Albert Ayler’s mystieke (syn)-dromen
Ayler: ‘We’re musicians and we’re asking the whole world to listen - and understand. We’re all together, everybody, and there has to be peace. That’s what we’re saying.’
De combinatie kerk- en koormuziek heeft de basis gelegd voor veel jazzcarrières. Ayler’s moeder was volgens Beaver Harris ‘highly spiritual, solid, active in the church, and they believe in a lot of very important spiritual things’.
In het bluesboek Blues and the Poetic Spirit wordt door Paul Garon terecht opgemerkt dat de kerk de zwarte mensen ‘onderdrukt’ in hun rechtmatige strijd voor gelijke rechten (‘The church remains a repressive force’).
Waarom accepteerden 25 miljoen negers dat één van hun prominente leiders, Dr. Martin Luther King, met hulp van de CIA werd vermoord?
Hoe komt het dat een groot deel van de negerbevolking, ook het deel met een hogere opleiding, blijft vluchten in een ‘spiritual freedom’?
Ayler noemde één van zijn concerten in 1966: ‘Spiritual Music/Spiritual Freedom’.
Sun Ra trekt al vele jaren als een soort muzikale Lou de Palingboer vooral mannelijke volgelingen naar zich toe met zijn New Black Mysticism.
Ayler noemde een van zijn belangrijkste albums Spiritual Unity (1964). Realiseerde hij zich niet dat bijvoorbeeld interraciaal trouwen in Amerika bij minder dan 1% van alle huwelijken voorkomt (gemeten in 1973, 3 jaar na zijn dood). En dat zo’n huwelijk een sterke sociale boycot oproept? Hoe kon hij dan praten over geestelijke vrijheid en vluchten in mystieke (syn)dromen?
In 1965 moesten 26 avantgarde-musici voor het Franse blad Jazzmagazine (nr. 125/26, ‘Jazzmen nouveaux à la Question’) neerschrijven hoe zij hun muziek wilden noemen. Albert Ayler omschreef zijn muziek als: ‘A message coming from God’ (bron 18/p. 21), niet alleen om afstand te nemen van het woord jazz (AyIer: ‘Jazz is Jim Crow’), maar ook om op een hogere, mystieke funktie te wijzen.
Ayler koppelde het element vrijheid (en dus free jazz) direkt aan God (als schepper): ‘Voor mij bestaat de enige manier waarop ik God kan danken voor zijn steeds aanwezige schepping, in de aanbieding van een nieuwe muziek, getekend door een schoonheid, die niemand voordien ooit heeft gehoord. Het is de enige gedachte die van mij een vrij man zal maken, vrij voorbij de begrenzing van de stof’ (bron 18/p. 103).
Ayler’s syndromen groeiden naarmate de komst van substantiële publiekserkenning in Amerika uitbleef. Zijn vlucht in de mystiek betekende voor hemzelf een erkenning van geestelijke èn muzikale vrijheid, zoals ook blijkt uit twee citaten uit het interview met Nat Henthoff in 1966. Over de muzikale vrijheid: ‘This music is good for the mind. It frees the mind. If you just listen, you find out more about yourself.’(...)’ ‘It’s really free, spiritual music, not just free music.’
Over de geestelijke vrijheid: ‘You see, everyone is screaming “Freedom”, but mentally, everyone is under a great strain. But now the truth is marching in, as it once marched back in New Orleans. And that truth is that there must be peace and joy on earth. Music is the universal language, and that’s why it can be such a force. Words, after all, are only music.’
Zonder Ayler het recht op een eigen mystiek-religieus denkpatroon te ontzeggen, moet opgemerkt worden dat hij door zijn beperkte schoolopleiding m.i. een sterk kritisch vermogen miste.
De Universe-gedachte bracht hem uiteindelijk niet de vrijheid die hij zocht, maar werkte tenslotte muzikaal verlammend.
Albert Ayler’s muzikale bronnen
Ayler: “Jazz is Jim Crow. It belongs to another era, another time, another place. We’re playing free music. “
Ayler is tijdens de ontwikkeling van zijn stijl beïnvloed door tien belangrijke faktoren (de 11e faktor ‘swing’ was voor hem géén bron):
1. Vader Zijn vader speelde tenorsax in de stijl van Dexter Gordon. Hij stimuleerde Albert muzieklessen te nemen en de locale Academy of Music te bezoeken.
2. Kerk Het gezin Ayler was zeer religieus. De invloed van kerk en gospels is onuitwisbaar in Ayler’s denken èn spel gegrift. Ayler speelde met zijn vader duetten in de kerk. Hij op altsax, zijn vader op tenor.
3. Rhythm & Blues De eerste beroepservaring deed Ayler - evenals Coleman, Ammons, Coltrane, Shepp en Sanders - met locale Rhythm & Blues bands op, o.a. bij die van Little Walter. Zijn latere vrije interpretaties van blues en spirituals waren een schok voor Little Walter. LeRoi Jones schreef in 1966 (bron 16/p. 18 e.v.) in een essay over de relatie tussen rhythm & blues en free jazz (New Black Music): ‘R&B is about emotion, issues purely out of emotion. New Black Music is also about emotion, but from a different place, and, finally, towards a different end. What these musicians feel is a more complete existence.’ En: ‘The differences between rhythm and blues and the socalled new music or art jazz, the different places, are artificial...’
4. Afrika Ayler’s leraar aan de Academy of Music, Benny Miller, was sterk beïnvloed door de Afrikaanse muziek na een vierjarig verblijf in dat werelddeel.
5. New Orleans De funeral tradition en de New Orleans jazz spraken Ayler sterk aan. Zoals hij tegenover Nat Henthoff verklaarde (bron 3) vertegenwoordigde Sidney Bechet de ware geest en de volle levenskracht die veel oudere musici in de New Orleans jazz hadden.
Ayler: ‘.... we’re trying to do for now what people like Louis Armstrong did at the beginning. Their music was rejoicing. And it was beauty that was going to happen. As it was at the beginning, so will it be at the end’ (bron 3).
Donald Ayler: ‘.... my brother had been in the marching band in the service and to a certain degree we put some music together, a little bit of myself, a little bit of him and I guess it turned out to be a New Orleans flavour. We didn’t draw any conclusions on the music, we just played what we felt was our own music. I think there was a lot of spiritualism around at the time’ (bron 20).
|